Snoozen is zeg maar één van mijn kwaliteiten. Ik kan het gewoon heel goed, ik snooze iedereen voorbij en ik heb het gedurende de jaren echt tot een kunst verheven, al zeg ik het zelf.
Oke, overdrijven is eveneens een kunst en ook deze ben ik machtig. Laat ik mezelf daarom toch een beetje nuanceren. Ik durf met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid te zeggen dat ik me kan meten met de ruime meerderheid van Nederland en het westelijk halfrond.
Snoozen is een wereldwijd gezondsheidsprobleem. Zo, ik heb het gezegd. Ik maak me hier ongetwijfeld niet populair mee en dat lap ik even vakkundig aan mijn laars. Snoozen is verslavend en snoozen is ongezond. En toch doen we het bijna allemaal elke ochtend weer. Wat is toch die aantrekkingskracht van snoozen? Hoe erg kan het eigenlijk zijn en waarom is het slim om het tot een minimum te beperken?
Wat gebeurd er als je snoozet?
Als je snoozet (ja zo schrijf je het echt) dan vecht je tegen het opstaan. Je besluit geen gehoor te geven aan de wekker en jezelf nog 9 minuten extra de tijd te geven. In die 9 minuten kom je maar tot een lichte slaap en voordat je weer tot een goede, diepe en uitrustende slaap kunt komen slaat je wekker opnieuw alarm. Dit kun je eindeloos herhalen, maar die diepe slaap blijft buiten bereik.
De tijd dat je nu aan het snoozen bent, had je ook kunnen doorbrengen in een meer diepe en kwalitatieve slaap die je ook daadwerkelijk fysieke en mentale rust biedt. Als je echt een lange snoozer bent dan is dit elke dag weer dezelfde dosis slaap die je mist en zo kan het zomaar zijn dan je nooit helemaal aan je gewenste hoeveelheid slaap komt.
Waarom snoozen we dan toch?
Snoozen is zonder gekheid echt fysiek verslavend. Bij het in slaap vallen maakt ons lijf serotonine aan, een zogenoemd gelukshormoon. Het maakt ons rustig en we voelen ons gelukkig. Bij snoozen ervaren we dat elke 9 minuten weer. En weer. En weer.
Moet ik dan bij de eerste alarmbel hup naast m'n bed staan?
Laten we vooral niet met de vinger gaan wijzen, want zoals eerder gezegd snap ik als geen ander de aantrekkingskracht van een potje snoozen (inclusief de nodige collega’s met mij). Dus wat je ‘moet’ gaan doen is niet aan de orde. Maar merk je nou dat je ‘s ochtends minder uitgerust bent dan je had verwacht en dat je je overdag met regelmaat moe voelt. Dan zou het beperken van snoozen best eens z’n vruchten kunnen afwerpen. Helemaal afschaffen is misschien nog te drastisch. Eerst maar eens beperken tot 1 keer snoozen en dan eruit?
Do or doubt
Een ander bijkomend voordeel van het verminderen van je snoozegedrag is het bewaken van je wilskracht. Er is een theorie (onderbouwd door diverse onderzoeken) dat je per dag maar een zekere hoeveelheid aan wilskracht hebt. Wilskracht kun je omschrijven als het vermogen om iets te willen en die wil ook uit te voeren. En als je er vanuit gaat dat je daar maar een vaste (of anders gezegd, beperkte) hoeveelheid van hebt voor de gehele dag dan snap je misschien dat je daar zuinig mee om wilt gaan.
Als je elke dag snoozend start dan ben je al de nodige wilskracht aan het gebruiken om wel uit bed te gaan of juist niet uit bed te gaan, wat al met al een nogal vermoeiend geheel is. En als je dan uit bed stapt heb je al flink in je bundel wilskracht getast en is er minder over voor de rest van de dag. Dus kan het zomaar zijn dat je aan het einde van de dag minder in staat bent om iets lekkers te weerstaan waarvan je je hebt voorgenomen om het deze tijd even te laten staan. Of juist om op tijd op bed te gaan omdat je zo lekker zit en je eindelijk na een drukke dag een beetje rust hebt. De ultieme vicieuze cirkel dus.
De ideale wereld
Het meest ideale scenario is je lichaam en geest zelf de ruimte geven om op zijn of haar eigen tijd wakker te worden. Als je lichaam uitgerust genoeg is word je namelijk vanzelf wakker. Je lichaam maakt dan dopamine aan. Dat is het stofje wat de melatonine (een echt slaaphormoon) verdringt. Met als resultaat: Goedemorgen!
Als je op een vaste tijd uit bed moet voor je werk of om je kinderen naar school te brengen dan zit uit jezelf wakker worden er niet echt in. Dit kun je wél oefenen. Als je elke dag op dezelfde tijd op bed gaat en op dezelfde tijd uit bed gaat (met het liefst daar 7 tot 8 uren tussen) dan went je lichaam vanzelf aan dat ritme, wordt het uit zichzelf wakker en heb je uiteindelijk geen wekker meer nodig.
Bye bye snoozen!